De wetenschappelijke naam Theobroma cacao werd in 1753 aan de soort gegeven door de Zweedse botanicus Carl Linnaeus, toen hij deze publiceerde in zijn beroemde boek Species Plantarum. Theobroma betekent ‘voedsel van de goden’ in het Latijn, en cacao is afgeleid van het Nahuatl-woord (Azteekse taal) xocolatl, van xococ (bitter) en atl (water).
Cacao vindt zijn oorsprong bij oude culturen als de Azteken en de Maya’s, en lange tijd werd gedacht dat de cacaoboom rond 1.500 voor Christus voor het eerst gecultiveerd werd. Onlangs zijn er echter resten van cacao gevonden in een 5.500 jaar oude nederzetting in Ecuador. Dit zou betekenen dat de eetbare eigenschappen van cacao al langer bekend waren bij de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. Feit blijft dat cacao al tijden een belangrijke rol speelt in diverse culturen.
Dit is onder andere terug te zien in hiëroglifische geschriften en op houtsnijwerk en schilderijen. In historische verslagen komt het gebruik van cacao tijdens verlovings- en huwelijksceremonies en religieuze rituelen ook terug. Dat laatste vanwege de goddelijke en mystieke eigenschappen die de Azteken en Maya’s aan cacao toedichten.
Oorsprong cacao
Cacao komt oorspronkelijk uit Mexico, Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika: Colombia, Ecuador, Venezuela, Brazilië, Guyana, Suriname en Frans-Guyana. Inmiddels is de cacaoboom geïntroduceerd in veel tropische Afrikaanse en Aziatische landen en is het zelfs zo dat het merendeel van de wereldwijde cacaoproductie plaatsvindt in Afrika.
Theobroma cacao
Het geslacht Theobroma bestaat uit 22 soorten, waaronder de Braziliaanse soort Theobroma cupuacu, die een bitterzoete pulp oplevert die veel wordt gebruikt in sapdranken in het Amazonegebied. De Malvaceae-familie, waar cacao deel van uitmaakt, bevat veel economisch nuttige planten. Deze omvatten katoen (Gossypium hirsutum), sierhibiscussoorten, okra (damesvingers, Hibiscus esculentus), Ceiba- en Bombax-soorten (waarvan kapokvezel is afgeleid), durianfruit (Durio zibethinus) en balsahout (Ochroma piramideale). Theobroma cacao is echter de meest populaire en meest gecultiveerde soort.
Teelt Theobroma cacao
Theobroma cacao groeit het best onder tropische omstandigheden, met veel licht en een hoge luchtvochtigheid. Er moet een compost op leembasis met veel organisch materiaal (zoals kokos) worden gebruikt. De boom moet vochtig worden gehouden en het blad moet dagelijks worden bevochtigd, behalve bij zonnig weer, wanneer er verzenging kan optreden. Om kalkaanslag op de bladeren te voorkomen, moet zacht water worden gebruikt. Mulchen rond de basis van de boom met goed verteerde compost zal de grond helpen vocht vast te houden en onkruid te voorkomen. In de zomer moet een uitgebalanceerde vloeistof van bladeren worden gegeven en in de winter één keer per week een hoog kaliumgehalte. Kortom, het zelf telen van een cacaoboom vergt wat tijd en energie.
Geef een reactie